De Koran

37 ٣٧
Open hele soera
In de naam van Allāh, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.
50. Zij wenden zich dan tot elkaar en stellen elkaar vragen. 51. Een spreker onder hen zal zeggen: "Voorwaar, ik had een vriend. 52. Hij zei (vroeger tegen mij): "Voorwaar, behoor jij tot hen die (de Opstanding) bevestigen? 53. Als wij dan al dood zijn, en tot aarde en beenderen zijn geworden, zullen wij dan zeker worden beoordeld?" 54. Hij zei (tegen de anderen in het Paradijs): "Hebben jullie (dit) gezien?" 55. Toen keek hij en zag hem in het midden van Djaḥīem (de Hel). 56. Hij zei: "Bij Allāh, jij hebt mij bijna in het ongeluk gestort. 57. En als er niet de genade van mijn Heer geweest was, dan zou ik zeker tot de voorgeleiden (voor de Hel) behoren. 58. Zullen wij dan niet sterven? 59. Naut ons eerste sterven? En zullen wij niet worden bestraft?" 60. Voorwaar, dat is zeker de geweldige overwinning. 61. Voor zoiets, laten de werkenden daarvoor werken.
فَأَقْبَلَ بَعْضُهُمْ عَلَىٰ بَعْضٍۢ يَتَسَآءَلُونَ ﴿٥٠﴾ قَالَ قَآئِلٌۭ مِّنْهُمْ إِنِّى كَانَ لِى قَرِينٌۭ ﴿٥١﴾ يَقُولُ أَءِنَّكَ لَمِنَ ٱلْمُصَدِّقِينَ ﴿٥٢﴾ أَءِذَا مِتْنَا وَكُنَّا تُرَابًۭا وَعِظَـٰمًا أَءِنَّا لَمَدِينُونَ ﴿٥٣﴾ قَالَ هَلْ أَنتُم مُّطَّلِعُونَ ﴿٥٤﴾ فَٱطَّلَعَ فَرَءَاهُ فِى سَوَآءِ ٱلْجَحِيمِ ﴿٥٥﴾ قَالَ تَٱللَّهِ إِن كِدتَّ لَتُرْدِينِ ﴿٥٦﴾ وَلَوْلَا نِعْمَةُ رَبِّى لَكُنتُ مِنَ ٱلْمُحْضَرِينَ ﴿٥٧﴾ أَفَمَا نَحْنُ بِمَيِّتِينَ ﴿٥٨﴾ إِلَّا مَوْتَتَنَا ٱلْأُولَىٰ وَمَا نَحْنُ بِمُعَذَّبِينَ ﴿٥٩﴾ إِنَّ هَـٰذَا لَهُوَ ٱلْفَوْزُ ٱلْعَظِيمُ ﴿٦٠﴾ لِمِثْلِ هَـٰذَا فَلْيَعْمَلِ ٱلْعَـٰمِلُونَ ﴿٦١﴾
Open hele soera
NOTEER:

De Nederlandse vertaling van de Koran wordt slechts gezien als een beste poging om de correcte interpretatie van de betekenis over te brengen. Voor een oppervlakkig beeld is dit voldoende, maar voor een dieper begrip dient men de Koran zelf te raadplegen (d.w.z. het Arabisch).

LET OP: Vertaling bevat nog een aantal fouten! S.v.p. controleren en fouten mailen naar: info (apenstaartje) bijbelhoek.nl.

Abonneer op onze nieuwsbrief!