De Bijbel, Leviticus 6

Hoofdstuk: Leviticus 6

4
dan moet het zó zijn - omdat hij gezondigd heeft en schuldig bevonden is - dat hij het geroofde, dat hij wegroofde, terugbrengt, of het afgeperste, dat hij met geweld afhandig maakte, of het in bewaring gegevene, dat hem in bewaring gegeven was, of het verloren voorwerp, dat hij gevonden had,
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!