De Bijbel, Jeremia 11

Hoofdstuk: Jeremia 11

19
Ik was als een argeloos lam dat ter slachting wordt geleid, want ik wist niet dat zij tegen mij plannen bedachten, door te zeggen: Laten wij de boom met zijn vrucht te gronde richten, laten wij hem uit het land der levenden afhakken, zodat er aan zijn naam niet meer gedacht wordt.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!