De Bijbel, Ezechiël 11

Hoofdstuk: Ezechiël 11

1
Toen hief de Geest mij op en bracht mij bij de Oostpoort van het huis van de HEERE, die naar het oosten gekeerd is. En zie, bij de ingang van de poort waren vijfentwintig mannen, en in hun midden zag ik Jaäzanja, de zoon van Azzur, met Pelatja, de zoon van Benaja, leiders van het volk.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!