De Bijbel, Richteren 11

Hoofdstuk: Richteren 11

35
En het gebeurde, toen hij haar zag, dat hij zijn kleren scheurde, en zei: Ach, mijn dochter! Je laat mij diep neerbukken en je hoort nu bij hen die mij in het ongeluk storten. Ik heb namelijk mijn mond naar de HEERE opengedaan en ik kan er niet op terugkomen.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!