De Bijbel, Openbaring 4

Hoofdstuk: Openbaring 4

10
wierpen de vierentwintig ouderlingen zich neer voor Hem Die op de troon zat, aanbaden Hem Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen hun kronen neer vóór de troon en zeiden:
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!