De Bijbel, Leviticus 25

Hoofdstuk: Leviticus 25

33
Als iemand van de Levieten het vrijkoopt, dan moet het huis dat verkocht is in de stad waar zijn bezit is, in het jubeljaar vrijkomen, want de huizen van de steden van de Levieten gelden als hun bezit in het midden van de Israëlieten.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!