De Bijbel, Leviticus 17

Hoofdstuk: Leviticus 17

13
Iedereen van de Israëlieten en van de vreemdelingen die in hun midden verblijven, die wilde dieren of vogels die gegeten mogen worden, tijdens de jacht vangt, die moet het bloed van het dier eruit laten lopen en het met aarde toedekken.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!