De Bijbel, Hebreeën 1

Hoofdstuk: Hebreeën 1

3
Hij, Die de afstraling van Gods heerlijkheid is en de afdruk van Zijn zelfstandigheid, Die alle dingen draagt door Zijn krachtig woord, heeft, nadat Hij de reiniging van onze zonden door Zichzelf tot stand had gebracht, Zich gezet aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogste hemelen.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!