De Bijbel, Ezechiël 40

Hoofdstuk: Ezechiël 40

13
Toen mat Hij de poort, vanaf het dak van de ene wachtruimte tot aan het dak van de andere wachtruimte: een breedte van vijfentwintig el; ingang lag tegenover ingang.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!