De Bijbel, Exodus 29

Hoofdstuk: Exodus 29

20
U moet de ram slachten, wat van zijn bloed nemen en dat strijken op de rechteroorlel van Aäron en op de rechteroorlel van zijn zonen, op de duim van hun rechterhand en op de grote teen van hun rechtervoet. Daarna moet u het overige bloed rondom op het altaar sprenkelen.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!