De Bijbel, Exodus 28

Hoofdstuk: Exodus 28

38
Hij moet namelijk op het voorhoofd van Aäron zijn, zodat Aäron de ongerechtigheid kan dragen van de geheiligde gaven die de Israëlieten brengen, ja, van al hun geheiligde geschenken. Hij moet namelijk voortdurend op zijn voorhoofd zijn om hen aangenaam te maken voor het aangezicht van de HEERE.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!