De Bijbel, Deuteronomium 32

Hoofdstuk: Deuteronomium 32

8
Toen de Allerhoogste aan de volken het erfelijk bezit uitdeelde, toen Hij Adams kinderen van elkaar scheidde, heeft Hij het grondgebied van de volken vastgesteld overeenkomstig het aantal Israëlieten.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!