De Bijbel, Deuteronomium 32

Hoofdstuk: Deuteronomium 32

27
ware het niet dat Ik beducht was voor de toorn van de vijand. Hun tegenstanders zouden het verdraaien en zeggen: Ónze hand is verheven, het is niet de HEERE Die dit alles gedaan heeft.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!