De Bijbel, 2 Kronieken 26

Hoofdstuk: 2 Kronieken 26

19
Toen werd Uzzia woedend; het wierookvat was in zijn hand om reukwerk in rook te laten opgaan. En terwijl hij woedend was op de priesters, verscheen de melaatsheid op zijn voorhoofd, voor de ogen van de priesters, in het huis van de HEERE, bij het reukofferaltaar.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!