De Bijbel, 2 Koningen 23

Hoofdstuk: 2 Koningen 23

35
Jojakim droeg het zilver en het goud aan de farao af. Om dat geld volgens het bevel van de farao af te kunnen dragen, legde hij het land belasting op. Hij eiste van ieder van de bevolking van het land zilver en goud overeenkomstig zijn schatplicht, om dat aan farao Necho af te dragen.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!