De Bijbel, 1 Samuel 30

Hoofdstuk: 1 Samuel 30

22
Toen namen alle slechte en verdorven mannen onder de mannen die met David meegetrokken waren, het woord en zeiden: Omdat zij niet met ons opgetrokken zijn, zullen wij hun niets geven van de buit die wij gered hebben, maar aan ieder alleen zijn vrouw en zijn kinderen. Laten zij die meevoeren en weggaan.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!