De Bijbel, 1 Kronieken 21

Hoofdstuk: 1 Kronieken 21

18
Toen zei de engel van de HEERE tegen Gad dat hij tegen David moest zeggen dat David de heuvel op moest gaan om voor de HEERE op de dorsvloer van Ornan, de Jebusiet, een altaar op te richten.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!