De Bijbel, Richteren 8

Hoofdstuk: Richteren 8

24
Verder zei Gideon tegen hen: Ik wil u een verzoek doen: laat ieder mij een ring uit zijn buit geven. (Zij hadden namelijk gouden ringen, want zij waren Ismaëlieten.)
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!