De Bijbel, Richteren 19

Hoofdstuk: Richteren 19

28
En hij zei tegen haar: Sta op, en laten wij gaan. Maar er kwam geen antwoord. Toen legde hij haar op de ezel. En de man stond op en ging naar zijn woonplaats.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!