De Bijbel, Richteren 19

Hoofdstuk: Richteren 19

23
Maar de man, de heer des huizes, ging naar buiten, naar hen toe, en zei tegen hen: Nee, mijn broeders, doe toch geen kwaad, nu deze man in mijn huis gekomen is. Bega zo'n dwaasheid niet.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!