De Bijbel, Richteren 19

Hoofdstuk: Richteren 19

18
Daarop zei hij tegen hem: Wij zijn op doorreis van Bethlehem in Juda naar de uithoeken van het bergland van Efraïm, waar ik vandaan kom. Ik ben naar Bethlehem in Juda geweest, maar ik ben nu op weg naar het huis van de HEERE. Er is echter niemand die mij in huis neemt,
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!