De Bijbel, Richteren 16

Hoofdstuk: Richteren 16

26
Toen zei Simson tegen de jongen die hem bij de hand hield: Laat mij gaan en laat mij de pilaren betasten, waarop het huis gevestigd is, zodat ik daartegen kan leunen.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!