De Bijbel, Richteren 16

Hoofdstuk: Richteren 16

17
Toen vertelde hij haar alles en zei tegen haar: Er is nooit een scheermes op mijn hoofd gekomen, want ik ben als nazireeër aan God gewijd, van mijn moeders buik af. Als ik geschoren zou worden, dan zou mijn kracht van mij wijken en zou ik zwak worden, en als alle mensen zijn.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!