De Bijbel, Prediker 4

Hoofdstuk: Prediker 4

8
Er is er één, en geen tweede. Hij heeft ook geen kind of broer en toch komt er geen einde aan al zijn zwoegen. Ook wordt zijn oog niet verzadigd van rijkdom. Nooit is het: Voor wie tob ik mij af en laat ik mijzelf het goede ontbreken? Ook dat is vluchtig en een treurige bezigheid.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!