De Bijbel, Obadja 1

Hoofdstuk: Obadja 1

12
U had niet mogen toekijken op de dag van uw broeder, op de dag dat hij een vreemde voor u was. U had niet blij mogen zijn vanwege de Judeeërs op de dag van hun ondergang. U had geen grote mond mogen opzetten tegen hen op de dag van hun benauwdheid.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!