De Bijbel, Nehemia 2

Hoofdstuk: Nehemia 2

5
en zei tegen de koning: Als het de koning goeddunkt, en als uw dienaar u welgevallig is, dat u mij dan naar Juda stuurt, naar de stad met de graven van mijn vaderen, zodat ik die weer op kan bouwen.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!