De Bijbel, Nehemia 2

Hoofdstuk: Nehemia 2

3
Ik zei tegen de koning: Moge de koning in eeuwigheid leven! Waarom zou mijn gezicht niet verdrietig staan, als de stad, de plaats van de graven van mijn vaderen verwoest ligt en zijn poorten door vuur verteerd zijn?
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!