De Bijbel, Mattheüs 27

Hoofdstuk: Mattheüs 27

3
Toen Judas, die Hem verraden had, zag dat Hij veroordeeld was, kreeg hij berouw en hij bracht de dertig zilveren penningen bij de overpriesters en de oudsten terug
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!