De Bijbel, Markus 9

Hoofdstuk: Markus 9

18
En waar hij hem ook aangrijpt, werpt hij hem tegen de grond, en het schuim staat hem op de mond en hij knarst met zijn tanden en verstijft; en ik heb tegen Uw discipelen gezegd dat zij hem moesten uitdrijven, maar zij konden het niet.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!