De Bijbel, Leviticus 14

Hoofdstuk: Leviticus 14

31
Al naargelang zijn vermogen reikt, moet het ene als zondoffer en het andere als brandoffer zijn, naast het graanoffer. Zo moet de priester voor hem die gereinigd wordt, verzoening doen voor het aangezicht van de HEERE.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!