De Bijbel, Klaagliederen 1

Hoofdstuk: Klaagliederen 1

9
Haar onreinheid kleeft aan haar zomen; [ teth] zij heeft niet gedacht aan haar einde. Wonderbaarlijk diep is zij gezonken, zij heeft geen trooster. Zie, HEERE, mijn ellende, want de vijand maakt zich groot.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!