De Bijbel, Klaagliederen 1

Hoofdstuk: Klaagliederen 1

2
Zij weent onophoudelijk in de nacht, [ beth] en haar tranen stromen over haar wangen. Zij heeft geen trooster onder al haar minnaars. Al haar vrienden hebben trouweloos met haar gehandeld; ze zijn haar tot vijanden geworden.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!