De Bijbel, Jozua 7

Hoofdstuk: Jozua 7

24
Toen nam Jozua, en heel Israël met hem, Achan, de zoon van Zerah, en het zilver, de kostbare mantel, de goudstaaf, zijn zonen, zijn dochters, zijn runderen, zijn ezels, zijn kleinvee, zijn tent, en alles wat van hem was, en zij voerden die naar het Dal van Achor.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!