De Bijbel, Jozua 11

Hoofdstuk: Jozua 11

11
Zij sloegen al wat leefde wat daarin was, met de scherpte van het zwaard, en sloegen hen met de ban. Er bleef niets over van al wat adem had, en Hazor verbrandde hij met vuur.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!