De Bijbel, Job 2

Hoofdstuk: Job 2

12
Toen zij hun ogen van veraf opsloegen, herkenden zij hem niet. Zij begonnen luid te huilen; daarbij scheurde ieder zijn bovenkleed en ze strooiden stof naar de hemel over hun hoofden.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!