De Bijbel, Jesaja 19

Hoofdstuk: Jesaja 19

11
De vorsten van Zoan zijn enkel dwazen; de wijzen, de raadgevers van de farao - hun raad is dom. Hoe kunt u dan tegen de farao zeggen: Ik ben een zoon van wijzen, een zoon van de koningen vanouds?
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!