De Bijbel, Jeremia 8

Hoofdstuk: Jeremia 8

6
Ik heb er acht op geslagen en geluisterd: zij spreken wat juist niet behoorlijk is. Er is niemand die berouw heeft over zijn slechtheid door te zeggen: Wat heb ik gedaan? Eenieder keert zich af en draaft maar door, als een paard dat zich in de strijd stort.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!