De Bijbel, Jeremia 49

Hoofdstuk: Jeremia 49

32
Hun kamelen zullen tot buit worden en hun menigte van vee tot prooi. Ik zal hen naar alle windstreken verstrooien, hen die kaalgeschoren zijn aan hun slapen, en Ik zal van alle kanten hun ondergang doen komen, spreekt de HEERE.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!