De Bijbel, Jeremia 40

Hoofdstuk: Jeremia 40

11
Ook alle Judeeërs die in Moab, onder de Ammonieten, in Edom en die in al de andere landen waren, hoorden dat de koning van Babel in Juda een overblijfsel had achtergelaten, en dat hij Gedalia, de zoon van Ahikam, de zoon van Safan, over hen had aangesteld.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!