De Bijbel, Jeremia 38

Hoofdstuk: Jeremia 38

7
Toen Ebed-Melech, de Cusjiet, een van de hovelingen die toen in het huis van de koning was, hoorde dat zij Jeremia in de put hadden gezet - de koning verbleef in de Benjaminpoort -
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!