De Bijbel, Jeremia 38

Hoofdstuk: Jeremia 38

6
Zij namen Jeremia mee en wierpen hem in de put van Malkia, de zoon van de koning, die op het binnenplein van de wacht was, en zij lieten Jeremia met touwen neer. Nu was er geen water in de put, maar wel slijk. In dat slijk zakte Jeremia weg.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!