De Bijbel, Jeremia 38

Hoofdstuk: Jeremia 38

27
Toen nu al de vorsten naar Jeremia kwamen en hem ondervroegen, maakte hij het hun bekend overeenkomstig al deze woorden die de koning geboden had. En zij lieten hem met rust, omdat de zaak zelf niet ter ore was gekomen.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!