De Bijbel, Jeremia 36

Hoofdstuk: Jeremia 36

12
daalde hij af naar het huis van de koning, naar de kamer van de schrijver. En ziedaar, alle vorsten zaten er: de schrijver Elisama, Delaja, de zoon van Semaja, Elnathan, de zoon van Achbor, Gemarja, de zoon van Safan, Zedekia, de zoon van Hananja, en alle vorsten.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!