De Bijbel, Jeremia 34

Hoofdstuk: Jeremia 34

9
zodat ieder zijn slaaf, en ieder zijn slavin, die een Hebreeër of Hebreeuwse was, vrij liet weggaan, zodat niemand bij hen meer als slaaf bij een Judeeër, zijn broeder, zou dienen.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!