De Bijbel, Jeremia 18

Hoofdstuk: Jeremia 18

23
Maar U, HEERE, U kent heel hun plan tegen mij om mij te doden. Doe geen verzoening over hun ongerechtigheid, delg hun zonde van voor Uw aangezicht niet uit. Doe hen struikelen voor Uw aangezicht. Doe zo met hen in de tijd van Uw toorn.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!