De Bijbel, Hebreeën 10

Hoofdstuk: Hebreeën 10

29
Hoeveel te zwaarder straf, denkt u, zal hij waard geacht worden die de Zoon van God vertrapt heeft en het bloed van het verbond, waardoor hij geheiligd was, onrein geacht heeft en de Geest van de genade gesmaad heeft?
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!