De Bijbel, Genesis 48

Hoofdstuk: Genesis 48

17
Toen Jozef zag dat zijn vader zijn rechterhand op het hoofd van Efraïm legde, was dat kwalijk in zijn ogen. Daarom greep hij de hand van zijn vader om die te verleggen van het hoofd van Efraïm naar het hoofd van Manasse.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!