De Bijbel, Genesis 47

Hoofdstuk: Genesis 47

18
Toen dat jaar voorbij was, kwamen zij in het tweede jaar naar hem toe en zeiden tegen hem: Wij zullen het voor mijn heer niet verbergen dat, nu het geld op is en nu de veestapel aan mijn heer is toegekomen, er voor mijn heer niets anders overgebleven is dan ons lichaam en onze grond.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!