De Bijbel, Genesis 44

Hoofdstuk: Genesis 44

18
Toen trad Juda op hem toe en zei: Och, mijn heer, laat uw dienaar toch een woord ten aanhoren van mijn heer mogen spreken, en ontsteek niet in woede tegen uw dienaar, want u bent als de farao.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!